Meli, een mooi honingsprookje dat lekker wegleest
De beginjaren van Meli gaan terug tot 1925, toen stichter en bezieler Alberic Joseph Florizoone (°1907) de honing die hij oogstte in de achtertuin van het ouderlijke huis begon te verkopen aan zijn buren, vrienden en familie. Zoals hij zelf zei: “De passie voor honing is ons met de papfles ingegeven.” De liefde voor bijen zat Alberic dus in de genen. Hij was de vierde generatie bijenkwekers in de familie, en werd de eerste die van honing zijn beroep maakte.
In geen tijd werd deze honing van Veurne-Ambacht een succes en in 1927 sleepte de geboren ondernemer op de Nationale Bijententoonstelling in Leuven twee prijzen in de wacht.
In 1928 kwam Alberic met het idee om met een glazen bijenkast naar het café van zijn tante te trekken om iedereen te tonen hoe honing gemaakt werd. Hij vertelde de voorbijgangers alles over honing en liet hen proeven van zijn honing.
Op de Internationale Tentoonstelling van Antwerpen in 1932 werd zijn bijenkast als wereldprimeur aangekondigd én bekroond met een gouden medaille. Alberic Florizoone was meer dan ooit overtuigd dat er potentieel zat in zijn idee en begon te broeden op het concept dat later Meli zou worden.
De ambitie van Alberic Florizoone was groot, en dus zocht hij een beter klinkende naam voor zijn honing. Alberic koos voor een anagram voor het Franse woord Miel: Meli. Frans, want honing was voor de Tweede Wereldoorlog vooral een delicatesse voor de gegoede burgerij, en die spraken Frans. Later bleek dat Meli ook gewoon het Griekse woord is voor honing, een knap toeval.
Alberic bouwde in Adinkerke een revolutionair gebouw, ontworpen door kubistisch architect Jozef Denorme. Op Paaszondag 1935 opende het Bijenpaleis de deuren, en trok het direct een massa bezoekers. De heer Florizoone hield de hele dag wandelvoordrachten en in de daaropvolgende dagen, weken en jaren kwam er alsmaar meer volk naar Adinkerke. Met een conferentiezaal, tentoonstellingsruimte, een open ruimte voor bijenkasten en een cafetaria met terras, had Alberic een plek waar hij bezoekers kon ontvangen en rondleiden in de bijenwereld. Op de kelderverdieping van het gebouw was er een ruimte om honing te slingeren en af te vullen. Dit was het begin van het Meli Park.
Het Bijenpaleis trok na de oorlog zodanig veel bezoekers dat uitbreiding nodig was. Er kwam een nieuw gebouwencomplex dat uitkeek op het immens populaire vogelpark, rustieke gebouwtjes, een hertenweide, een flamingovijver… In de daaropvolgende jaren groeide het park, onder de naam Meli Park, uit tot dé trekpleister van de Belgische kust.
In de loop der jaren werd het park verder uitgebreid met attracties als het Sprookjesbos, een goed gevulde dierentuin, de dansende fonteinen, de Apirama, Carioca, Splash, monorail en nog zoveel meer. En zo werd Alberic Florizoone – zonder dat het ooit het doel was – een pretparkpionier in Europa. Omdat het economisch steeds beter ging, kregen we in Europa meer vrije tijd. Hierdoor zakten steeds grotere groepen af naar Meli Park. Zelfs Franse, Duitse en Engelse families en scholen vonden de weg naar Adinkerke. Een succes waar de familie Florizoone vandaag de dag nog steeds trots op is.
Tijdens de Wereldtentoonstelling Expo 58 in Brussel bouwde Meli naast Vrolijk België een groot paviljoen van maar liefst 1.200 m2 met o.a. de attractie De Wonderbare Bijenkorf, de Watersymfonie en een verkoopstand met Meli-producten. Nadien baatte Meli op deze locatie aan de voet van het Atomium het stadspark Meli Heizel uit tot 1986. Vandaag de dag vind je op deze plek Bruparck met Mini-Europa en Kinepolis.
In 1999 werd Alberic Florizoone postuum – hij overleed in 1992 – gehuldigd voor zijn pionierswerk. Zijn foto prijkt in de Hall of Fame van de International Association of Amusement Parks and Attractions (IAAPA) naast die van Walt Disney en Anton Pieck. Om zich meer te focussen op de core business, honing en honingproducten, verkoopt de familie Florizoone in datzelfde jaar het park aan Studio 100. Na een grondige rebranding gaat het park verder onder de naam Plopsaland.
Om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de klant, introduceerde Meli de knijpfles voor vloeibare honing. Dankzij het gebruiksgemak in de keuken kent de verkoop een stevige boost. Meli valt hiermee op in het buitenland en betreedt zo de internationale markt.
Door de internationale groei van Meli barstte het gebouw in Brussel uit zijn voegen. Uitbreidingsmogelijkheden waren er niet, want het gebouw stond geïnventariseerd als erfgoed. Meli ging dus op zoek naar een nieuwe locatie, en hierbij kwam Veurne opnieuw in het vizier. Zodoende trok Meli terug naar z’n huidige thuisbasis.
Meli opent in 1997 in Veurne (België) één van de nieuwste honingbedrijven in Europa. 4.660 m², uitgerust met hoogstaande honing-technologie waaronder de eerste volautomatische afvullijn voor knijpflessen. In hetzelfde jaar nog wordt de Meli honing erkend door diverse kwaliteitsinstituten.
Ook vandaag waakt Meli dag in dag uit over de kwaliteit van zijn unieke honingsmaak. Daarom blijven we investeren in state of the art installaties, zoals ons NMR-labo waarmee we op een hoogtechnologische en wetenschappelijke manier de kwaliteit van onze producten monitoren en garanderen. Ook groene energie en duurzame afvalverwerking hebben – vanzelfsprekend – hun intrede gedaan.
Nadat Meli in 2021 het grootste Nederlandse honingbedrijf de Traay heeft overgenomen, hebben we ons honingassortiment aanzienlijk kunnen uitbreiden. Op deze manier kunnen we de ontwikkeling en zoektocht naar nieuwe honingorigines, blendings en smaken van over de hele wereld, onverminderd voortzetten. Je merkt het, de toekomst van Meli zag er nog nooit zo zoet uit!